De klimaatonderlegger is het resultaat van een klimaatadaptatieverkenning in relatie tot ruimtelijke eigenschappen en is uiteengezet in kansen en uitdagingen. De kaart toont de opbouw van het Boekelse landschap en de daarbij behorende klimaatschakeringen en de relatie tussen de ondergrond, het menselijk handelen en het veranderende klimaat. Daarmee ontsluit deze kaart informatie die kan worden gebruikt om met elkaar beslissingen voor te bereiden die klimaat-ruimtelijk aansluiten bij wat het klimaatlandschap biedt. De kaart is een gelaagd conditionele benadering waarbij we breed, diep en rond uitdagingen en kansen vertalen naar integraal afgewogen ruimtelijke opgaven. Dat is waar Omgevingswet ons toe uitdaagt.
Hoe is de kaart opgebouwd?
In de kleurschakeringen zit een verloop van roodbruin via geel, groen naar blauw. Roodbruin zijn de hoogste, droogste en meest hittestress gevoelige gebieden. In de toekomst zijn deze gebieden extreem gevoelig voor klimaatveranderingen. Dit uit zich in verstuiving en oxidatie van organische stof met verlies van watervasthoudend vermogen. Dit veroorzaakt een kettingreactie, waarbij de conditie van groen achteruitgaat en oogsten steeds vaker zullen mislukken. Bossen met aan der oppervlakte wortelende soorten, zullen verdrogen en afsterven. De kansen in dit gebied liggen vooral in het omschakelen naar warme teelten en natuur die goed tegen droogte kunnen. Uitdaging in dit gebied is het op peilloden van het grondwater en verder erosie van de bodem tegen te gaan. Daarvoor zal onder andere het humusgehalte in de bodem verhoogd moeten worden. Geel, groen ligt tussen het plateau aan de hoge, constant natte zijde van de Peelrandbreuken. Deze zone kent een constant en bijzonder gunstig klimaat zonder grote schommelingen. Dit als gevolg van een constant grondwaterpeil, een humeuren doorlatende bodem. En klimaatrobuuste zone. De kansen in dit gebied liggen vooral in het benutten van de gunstige klimatologische eigenschappen van de bodem, het water en het groen. De uitdaging is het breuk-klimaatprooi integreren van bouwopgaven waarbij de gunstige klimaat eigenschappen worden versterkt.
Groen ligt aan de drogere en lagere zijde van de breuk. Dit gebied zal in toenemende mate last van droogte gaan ondervinden. De doorlatende zandgrond zorgt dat water hier goed in de bodem kan trekken. Diepwortelend groen zal ook bij een veranderd klimaat goed blijven gedijen. Terwijl ook hier ondiepe wortelaars moeite zullen hebben met het droger wordende klimaat. Hitte is in deze zone, met de nabijheid van een verkoelende breuklijn enerzijds en een koel Aa-dal van de Leygraaf anderzijds, beperkt aan de orde. De kansen in dit gebied liggen vooral in het benutten van de droge, veilige en klimaatgunstige eigenschappen. Ook hier is het de uitdaging om de gunstige eigenschappen te benutten en ontwikkelingen daarop af te stemmen.
Blauw zijn de laagste delen van de gemeente. Hier zijn wateroverlast aan de orde. Een leemhoudende zandgrond zorgt dat het water moeilijker in de bodem kan trekken. Bij het toenemend aantal piekbuien zal hier vaker wateroverlast gaan ontstaan. Tegelijkertijd zijn de wat hoger gelegen gebieden gevoelig voor verhoging van de bodemtemperatuur. Hogere bodemtemperaturen zorgen voor verhoogde bodemactiviteiten, oxidatie en zuurstofstress. Dit kan op termijn een stagnatie in de groei van planten veroorzaken zonder dat er direct sprake is van droogte.
De kansen in dit gebied zijn vooral water gerelateerd. De laagten zijn bij uitstek geschikt om water te bergen. Het slotenpatroon is geschikt om watervoerend-waterbeheer om t buigen naar een waterverdelend en dynamische vorm van waterbeheer. Zodat er beter op klimaatveranderingen ingespeeld kan worden. De uitdaging is het afstemmen van het watersysteem op diverse vormen van landgebruik. Net als op de hoogste delen zal ook in de laagste delen het op termijn onvermijdelijk zijn om klimaatvolgende vormen van grondgebruik te introduceren.
Naast klimaatsonderingen zien we de klimaateffecten van bos, waterlopen, wegen en bebouwing in de kaart weergegeven. Hoe hoger de dichtheid aan de kleur oranje, hoe groter hittestress en wateroverlast als gevolg van versteende ruimte zal zijn. In Boekel is goed te zien, dat het centrum en de gebieden noordwest en zuidoost daarvan, in toenemende mate hittestress en wateroverlast zullen ervaren. Dit wordt versterkt door het ontbreken van robuust groen en sterk versteende oppervlakten. Ook is het hitteaffect van wegen te zien. Hoe fijnmaziger dat netwerk hoe groter het hitte effect op zijn omgeving. De blauw lijnen zijn watergangen. Daarvoor geldt het omgekeerde. Hoe fijnmaziger, hoe gunstiger het effect op het omgevingsklimaat. Tot slot zien we de breuklijnen met de plekken waar de watergangen over/door de breuklijn vallen. De breuklijnen zijn vanwege het continue grondwateraanvoerende karakter, de klimaatregulerende ruggengraat van de gemeente. Ons advies is om ruimtelijke ontwikkelingen op te spannen aan de klimaatregulerende eigenschappen de bovenbeschreven zones.